Even oefenen wat je nog weet over de beweeginterventie COPD
Ga naar DEZE LINK
Succes.
Oefenlab thema 7. Gezond ouder worden.
maandag 7 oktober 2019
Puzzel COPD
COPD:
Even op een andere manier studeren:
Klik hier om naar de online invulversie van de puzzel te gaan.
Of:
Klik hier om naar de printversie van de kruiswoord puzzel te gaan.
maandag 3 december 2018
CLT geriatrie week 6
Tijdens de lessen van deze week heeft de benaderingswijze van de
dementiepatiënt centraal gestaan. Ook het motorisch leren is een belangrijk
aandachtspunt. In de CLT zal dit dan ook de leidraad zijn.
Doelstellingen
- De student beschrijft aan de hand van verschillende casuïstieken een behandelplan voor een geriatrische patiënt.
- De student demonstreert aan de hand van het behandelplan een behandeling bij een geriatrische patiënt.
- De student kan aan de hand van de Global Deterioration Scale volgens Reisberg een benaderingsstrategie demonstreren bij een dementiepatiënt.
- De student kan aan de hand van verschillende
geriatrie casuïstieken het diagnostisch proces samenvatten in een fysiotherapeutische
diagnose volgens de richtlijn verslaglegging.
maandag 26 november 2018
Goniometrie DTO1 week RA
Opdracht: Maak de tabel af, waarbij je alle vaardigheden uit de lijst
verwerkt. Gebruik “BIJ Protocol goniometrie - White I., Joyce D., (1985).
Goniometry. 1st ed. USA F.A. Davis Company”.
Goniometrie RA-Uitvoering:
1. Doel benoemen
2. Palperen
3. Met kruisje markeren punt
1-3 protocol)
4. Uitgangshouding protocol
aanhouden en letten op compensatie.
5. Actief bewegen/ onderzoek
( Patiënt zo nodig ondersteunen bij vasthouden van de actief bereikte
eindstand).
6. Aflezen en noteren
volgens de "neutraal-0-methode".
7. Herhaal elke meting
3 keer.
8. EPM tabel toepassen.
(Eindscore is gemiddelde van links + rechts, of er wordt gekozen om apart te
registreren, dan wordt Neutraal-0-methode gebruikt)
Neutraal-0-methode:
Wanneer een enkel gewricht gemeten wordt, wordt deze methode gebruikt.
Wanneer een oriëntatie op meerdere gewrichten plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld
bij een intake en later evaluaties, wordt het meetinstrument EPM ingezet.
Indien gewrichtsuitslagen gemeten dienen te worden welke niet in de
EMP-ROM-SCHAAL staan dan moeten ze op volgende wijze genoteerd te worden:
Naam gewricht: extensie – 0 – flexie
Naam gewricht: exorotatie – 0 – endorotatie
Naam gewricht: abductie – 0 – adductie
vrijdag 2 december 2016
Puzzel richtlijn RA
Puzzels over de richtlijn RA samengesteld door studenten naar aanleiding van OAC3 week 5.
Klik op DEZE LINK om naar de eerste online puzzel te gaan.
En de tweede puzzel: Puzzel RA-2
Klik op DEZE LINK om naar de eerste online puzzel te gaan.
En de tweede puzzel: Puzzel RA-2
dinsdag 29 november 2016
Proeftoetsje richtlijn RA
Ga naar DEZE LINK voor een proeftoets richtlijn RA. Samengesteld door medestudenten.
Dank daarvoor :)
Dank daarvoor :)
Trainen met RA (DTO3 week5)
In DTO3 van week 5 staat het trainen met RA centraal.
Zie HIER voor verdere informatie.
De training met RA-patiënten wordt in deze les geoefend.Kijk voor extra input ook naar het filmpje van de reuma beweegdag (onder interessante links).
Voor de opdracht en patiëntprofielen: KLIK HIER
Zie HIER voor verdere informatie.
De training met RA-patiënten wordt in deze les geoefend.Kijk voor extra input ook naar het filmpje van de reuma beweegdag (onder interessante links).
Voor de opdracht en patiëntprofielen: KLIK HIER
donderdag 24 november 2016
CLT Week 5 Reumatoïde arthritis
De CLT van deze week is gebaseerd op drie opeenvolgende casusbeschrijvingen. We volgen mevrouw de Vos vanaf haar eerste contact met de fysiotherapeut kort na de diagnose RA over een periode van twintig jaar.
De fysiotherapeut ziet mevrouw de Vos in die jaren meermaals in de praktijk.
De fysiotherapeut ziet mevrouw de Vos in die jaren meermaals in de praktijk.
CASUS 2 A +B
De doelstellingen:
De student kan in verschillende
episodes van de R.A. bij een patiënt:
·
een anamnese afnemen en de hulpvraag formuleren
·
onderzoeksdoelstellingen formuleren op basis van
de anamnese incl. meetinstrumenten (EFA, EPM-ROM)
·
een onderzoek uitvoeren
·
een fysiotherapeutische diagnose formuleren op
basis van het uitgevoerde diagnostisch proces.
·
een behandelplan opstellen.
·
een behandeling uitvoeren.
· Behandeldoelstellingen en interventies aanpassen obv veranderende actualiteit van de klachten.
De opdracht:
Bronnen:
Doorloop het gehele diagnostisch en therapeutisch proces in één stadium van het ziekteproces . Het accent (zie lesdoelstellingen) van het
onderzoek en de behandeling zal dus bij elke casus anders zijn.
1: Werk het proces uit op een flapover of digitaal presentatiemiddel.
2: Demonstreer een deel van het diagnostisch proces of het therapeutisch proces. Dit duurt 15 minuten.
3: De toehoorders stellen kritische vragen en geven feedback op het methodisch handelen dat gedemonstreerd is.
Criteria:
De presentatie is leesbaar voor de collega`s en maakt dat de praktische demonstratie goed te volgen is. De gemaakte keuzes in de demonstratie zijn uit de schriftelijke presentatie te herleiden.
De demonstratie laat fysiotherapeutisch methodisch handelen zien dat zichtbaar onderbouwd is.
Bronnen:
- BIJ KNGF Reumatoïde Artritis Praktijkrichtlijn
- BIJ Samenvattingskaart KNGF Richtlijn RA
- PPT
OAC 3 KNGF Richtlijn R.A
- BIJ
RA Meetinstrumenten
DTO 4- RA- Hydrotherapie
Hydrotherapie en de eigenschappen van water.
Korte inleiding:
Lees deze korte inleiding. Zoek op wat de vier eigenschappen inhouden.
Bedenk voor het oefenen met patiënten hoe je de eigenschappen zou kunnen gebruiken. Ga uit van training van de verschillende grond motorische eigenschappen.
We maken er tijdens de hydrotherapieles gebruik van.
Korte inleiding:
1.
Thermische
eigenschap van water:
Het water van een therapie bad is warmer dan een normaal
zwembad. (31-32 gaden) Het effect hiervan is ontspanning, waardoor het bewegen
gemakkelijker wordt.
De belasting voor het hart-vaatsysteem is echter ook hoger.
Met de intensiteit van bewegen dient rekening gehouden te worden. Bovendien is
van de therapeut oplettendheid gevraagd tijdens de therapie, maar ook kort na
het verlaten van het water. De plotselinge
afname van de hydrostatische druk kan hier “vasolabiliteit” veroorzaken met
mogelijk collaps tot gevolg.
2.
De
opwaartse druk (wet van Archimedes):
De Wet van Archimedes luidt: De opwaartse kracht
die een lichaam in een vloeistof of gas ondervindt is even groot als het
gewicht van de verplaatste vloeistof of gas. Deze opwaartse kracht wordt
de archimedeskracht genoemd.
3.
De
hydrostatische druk (wet van Pascal):
Hydrostatische druk is de druk die
uitgeoefend wordt door een statische vloeistof op een lichaam op bepaalde
diepte in die vloeistof. Deze druk werkt in alle richtingen, is constant in
een horizontaal vlak en wordt uitgedrukt in de eenheid Pascal.
De druk is aanwezig in stilstaande (statische) vloeistoffen en is een
belangrijke eigenschap in de hydrostatica.
4.
De
zuigkracht en de stroming van water
(Wet van Bernouilli):
De wet van Bernoulli is een natuurkundige wetmatigheid
die het stromingsgedrag van vloeistoffen en gassen beschrijft, en de drukveranderingen aan
hoogte- en snelheidsveranderingen relateert.
Voorbereidingsopdracht:Lees deze korte inleiding. Zoek op wat de vier eigenschappen inhouden.
Bedenk voor het oefenen met patiënten hoe je de eigenschappen zou kunnen gebruiken. Ga uit van training van de verschillende grond motorische eigenschappen.
We maken er tijdens de hydrotherapieles gebruik van.
maandag 21 november 2016
CLT week 4 Oncologie
Voor de opdrachten van de CLT zijn vier casuïstieken beschreven.
Klik HIER voor de link.
Opdrachten bij casus 1:
1. Lees de casus aandachtig door en zoek begrippen die je niet kent op.
2. Verwerk de gegevens uit de bovenstaande casus in een RPS-formulier;
3. Vergelijk de uitkomsten met elkaar en vraag feedback aan de docent.
4. Bespreek in de groep welke meetwaardes je bij deze patiënt bepaalt als logische uitkomst van het diagnostisch proces?
· VO2max (Åstrand-test)
· 1 RM (berekend)
· PSK
· Vermoeidheid (BORG of FACT-G)
5. Stel aan de hand van het RPS-formulier een passend trainingsprogramma op. Stel dit in tweetallen ter discussie en zorg op basis van consensus voor 1 versie.
6. Demonstreer de eerste individuele trainingssessie en laat je hierop feedback geven door de docent en medestudenten.
Opdrachten bij casus 2:
Opdrachten bij casus 3:
1. De nulmeting: Benoem welke testen je bij deze patiënt wilt uitvoeren en verricht deze metingen.
2. Stel het behandelplan op voor deze patiënt en bespreek dit als onderdeel van de tweede bijeenkomst. Wat zijn mogelijke doelstellingen en behandelbare grootheden?
3. Bespreek de uitkomsten van de zitting met de huisarts. Gebruik voor dit overleg het onderstaande RPS formulier dat je voor deze patiënt hebt gemaakt.
4. Onderstaand zie je een situatiebeschrijving. Lees deze door en bespreek dit met een medestudent. Demonstreer in een kort rollenspel hoe jij in deze situatie als fysiotherapeut zou handelen.
Klik HIER voor de link.
Opdrachten bij casus 1:
1. Lees de casus aandachtig door en zoek begrippen die je niet kent op.
2. Verwerk de gegevens uit de bovenstaande casus in een RPS-formulier;
3. Vergelijk de uitkomsten met elkaar en vraag feedback aan de docent.
4. Bespreek in de groep welke meetwaardes je bij deze patiënt bepaalt als logische uitkomst van het diagnostisch proces?
· VO2max (Åstrand-test)
· 1 RM (berekend)
· PSK
· Vermoeidheid (BORG of FACT-G)
5. Stel aan de hand van het RPS-formulier een passend trainingsprogramma op. Stel dit in tweetallen ter discussie en zorg op basis van consensus voor 1 versie.
6. Demonstreer de eerste individuele trainingssessie en laat je hierop feedback geven door de docent en medestudenten.
Opdrachten bij casus 2:
1. Interpreteer
onderstaande (tabel 1) gegevens en verklaar de verandering van de VO2max.
2. Voer een adviesgesprek met betrekking
tot het volgen van pre-operatieve fysiotherapie.
3. Stel een trainingsprogramma op en verzorg de 2e trainingssessie
voor deze meneer.Opdrachten bij casus 3:
1. De nulmeting: Benoem welke testen je bij deze patiënt wilt uitvoeren en verricht deze metingen.
2. Stel het behandelplan op voor deze patiënt en bespreek dit als onderdeel van de tweede bijeenkomst. Wat zijn mogelijke doelstellingen en behandelbare grootheden?
3. Bespreek de uitkomsten van de zitting met de huisarts. Gebruik voor dit overleg het onderstaande RPS formulier dat je voor deze patiënt hebt gemaakt.
4. Onderstaand zie je een situatiebeschrijving. Lees deze door en bespreek dit met een medestudent. Demonstreer in een kort rollenspel hoe jij in deze situatie als fysiotherapeut zou handelen.
Situatiebeschrijving:
Tijdens
training wordt de patiënt ineens zeer moe en krijgt blauwe lippen. Meneer was
al hartpatiënt, mogelijk zijn deze klachten verergerd door de cytostatica.
Tevens heeft hij van de internist/ oncoloog te horen gekregen dat hij is
uitbehandeld. Er is gestart met radiotherapie ter bestrijding van pijn i.v.m
metastasering in de botten. Hij heeft een morfinepomp gekregen. De algehele
conditie is duidelijk verminderd.
Opdrachten bij casus 4:
1. Individuele opdracht als
voorbereiding op het anamnesegesprek:
Benoem ten
minste vijf mogelijke problemen/ contactredenen en geef aan hoe je deze
tijdens de anamnese in kaart brengt.
2. Ze komt een week of drie na
de operatie bij jou in de praktijk. Voer het
anamnesegesprek.
3. Verzorg een voorlichtingsgesprek
/teambijeenkomst waarin jij een
stagiaire /teamleden uitlegt;
a. wat de zogenaamde ‘oncologische
schouder’ is
b. wat de risico’s zijn bij een
borstsparende operatie.
c. welke fysieke klachten
radiotherapie kan veroorzaken
4. Verzorg de eerste
oefentherapeutische behandeling
Abonneren op:
Posts (Atom)